Verheven tot de eer der altaren: heilig in Nederland 

Artikel van Albert van der Zeijden, oorspronkelijk verschenen in: Traditie 13 (2007) nr. 3, 4-7.

 

Op het Sint-Pietersplein in Rome werd op 3 juni 2007 pater Karel Houben (1821-1893) uit het Limurgse Munstergeleen heilig verklaard door paus Benedictus. Hoe word je heilig in de Rooms-Katholieke kerk? En hoeveel Nederlandse heiligen zijn er eigenlijk?

In Rome goot het van de lucht, toen paus Benedictus op het Sint-Pietersplein bekend maakte dat pater Houben, samen met enkele anderen, verheven was tot de eer der altaren. In Limburg werd de ceremonie, die op de televisie werd uitgezonden, met spanning gevolgd. Zo vaak komt het niet voor dat een Nederlander heilig wordt verklaard. De laatste was in 1925 de heilige Petrus Canisius, die leefde in de zestiende eeuw en met zijn catechismus veel heeft gedaan voor de geloofsverkondiging. In het geval van pater Houben vormde de ceremonie het sluitstuk van een langdurig proces waarvoor heel veel mensen uit zijn geboorteplaats Munstergeleen zich gedurende vele jaren hadden ingezet. Eindelijk was daar de kerkelijke bevestiging van het heiligschap van `onze’ pater Karel. Weliswaar heeft onze nieuwste heilige zijn grootste roem verworven als missionaris in Ierland, maar als in Nederland geborene, in het Limburgse dorpje Munstergeleen (onder Sittard), is pater Karel toch ook een beetje onze heilige. De ceremonie in Rome werd namens de Nederlandse regering bijgewoond door justitieminister Ernst Hirsch Ballin en door de staatssecretaris voor Europese Zaken (en Limburger) Frans Timmermans.

Genezende handen

Pater Houben was geen groot prediker: als iemand uit de Limburgse löss viel het hem niet mee om in Ierland in het Engels te moeten preken. Des te succesvoller was hij als inzamelaar van geld voor de kerk en - vooral – als gebedsgenezer. Je zou hem daarmee een voorloper van Jomanda kunnen noemen. Tijdens zijn militaire dienstplicht hoorde Houben vertellen over de kloosterorde van de Passionisten. Aangetrokken door de spiritualiteit en vroomheid van deze orde besloot hij in te treden. Direct na zijn priesterwijding, in 1850, werd hij uitgezonden naar Ierland en kwam daar terecht in het nieuwe klooster Mount Argus (nabij Dublin), waar hij bijna zijn hele leven lang zou wonen en ook zou overlijden. Zijn Limburgse geboortegrond zou hij nooit meer terugzien.

Behalve door zijn vroomheid onderscheidde pater Karel van Sint Andries (zoals zijn officiële kloosternaam luidt) zich door nederigheid en ascese. Zo had hij altijd een kruisbeeldje in zijn hand om steeds te denken aan het lijden van Jezus. Hij zat eigenlijk voortdurend te bidden en raakte daarbij soms, in publiek, in volledige extase. Belangrijker voor zijn roem is echter dat hij de reputatie kreeg gebedsgenezer te zijn. Door een eenvoudige handoplegging zou hij zieken genezen, zijn helende handen waren vermaard in heel Ierland. Een reeks van genezingen is in het kader van het proces dat uiteindelijk geleid heeft tot zijn heiligverklaring uitvoerig gedocumenteerd: mensen met chronische reuma konden plotseling weer lopen, blinden kregen hun zicht terug, een twaalfjarig jongetje dat verlamd was aan beide benen genas hij volledig.

Pater Karel kon zelfs van een afstand genezen. Ook in dat opzicht doet hij denken aan Jomanda, die immers ook van een afstand effectief kan zijn, via de televisie of via een flesje ingestraald water. Van pater Karel is bekend dat hij door louter bidden in zijn klooster ooit een zestigjarige vrouw genas, die door een beroerte was getroffen en niet meer spreken kon.

 

The making of a saint

Wat maakt je tot een heilige? Het eerste dat dient te worden opgemerkt is dat het niet de heiligverklaring van de paus is die je tot een heilige maakt. De heiligverklaring van de paus is slechts de kerkelijke bevestiging van iets dat iedereen eigenlijk al lang al wist. Heiligen worden door hun omgeving herkend als voorbeeldige personen met bijzondere gaven. Cruciaal voor een heiligverklaring is dat de heilige ook geruime tijd na zijn dood nog vereerd wordt. Het geboortehuis van Karel Houben in Munstergeleen, dat inmiddels is uitgebreid met een kapel, trekt bijvoorbeeld tot de dag van vandaag vele duizenden pelgrims. En dat terwijl pater Houben al meer dan honderd jaar dood is! Per jaar worden in Munstergeleen zo’n honderdduizend offerkaarsen opgestoken. Het is, in die zin, de vox populi die iemand tot een heilige maakt.

Er is natuurlijk een spanningsveld tussen de populariteit bij het publiek en de vereiste nederigheid van de heilige. Wie al te zeer aan zijn eigen verheffing werkt kàn geen heilige zijn. Maar als je helemaal geen promotie maakt voor een heilige persoon, dan is de kans dat hij daadwerkelijk heilig wordt verklaard maar heel klein. De Nijmeegse hoogleraar kerkgeschiedenis Peter Nissen heeft in dit verband ooit gewezen op de stelregel van de kloosterorde van de Karthuizers: `De kartuis maakt heiligen, maar maakt ze niet publiekelijk bekend’. Dat is waarschijnlijk de belangrijkste reden dat de Karthuizers, in vergelijking tot andere kloosterorden, over maar weinig officieel verklaarde heiligen beschikken.

 

Een pauselijk voorrecht

Een heilige voor de buitenwereld word je slechts door het publiek, door de devotie van het vrome kerkvolk. Bij de kerkelijke bevestiging, al sinds de late middeleeuwen het prerogatief van de paus, wordt echter wel op bepaalde dingen gelet. De heilige moet bijvoorbeeld een vroom en deugdzaam leven hebben geleid. Het proces van heiligverklaring begint daarom altijd met een uitvoerig onderzoek, waarin het hele leven van de heilige nauwkeurig onder de loep wordt genomen. De eerste stappen worden gezet door de bisschop van het bisdom waar de heilige geleefd heeft. In het geval van Houben waren twee bisschoppen verantwoordelijk: een Ierse en een Nederlandse (de bisschop van Roermond), die dan ook beiden bij de heiligverklaring aanwezig waren. Ook tegenargumenten worden uitvoerig ingebracht, dat is de taak van de promotor fidei, in de volksmond ook wel `advocaat van de duivel’ genoemd. De processen kunnen soms jaren in beslag nemen. Het proces Houben was bijvoorbeeld al geopend op 13 november 1935. In 1988 volgde pas de zaligverklaring, door paus Johannes Paulus II. En onlangs dus de heiligverklaring. De verering van een heilige moet blijvend zijn, dat is de reden dat de kerk de tijd neemt voor een officiële erkenning.

Het onderscheid tussen `zalig’ en `heilig’ is overigens niet principieel doch slechts gradueel. Het hangt samen met de verering die de heilige ondervindt. Zaligen worden slechts vereerd in de eigen regio, heiligen over de hele wereld. Er is nog een verschil. Om heilig verklaard te worden dien je na je dood minimaal twee wonderen te hebben verricht. Een zalige hoeft er slechts één te hebben gedaan (alleen martelaren zijn hiervan vrijgesteld). Ook deze wonderen worden minutieus onderzocht tijdens het proces. Vaak gaat het om genezingen die niet verklaard kunnen worden door de geneeskunde en dus wel een bovennatuurlijke oorzaak moeten hebben, met de voorspraak van de betreffende heilige als doorslaggevende factor. Voor pater Karel was de genezing van Limburger Dolf Dormans, net als Karel afkomstig uit Munstergeleen, beslissend. Deze Dormans was in 1999 op sterven na dood vanwege een gesprongen blindendarm. Maar hij herstelde miraculeus nadat hij vurig had gebeden tot pater Karel. Het wonder was een teken van God…

 

Alle heiligen

De meeste mensen zullen wel weten dat het feest van een heilige gevierd wordt op zijn sterfdag, de dag dat zijn nieuwe leven bij de Heer is begonnen. De feestdagen van de heiligen zijn verspreid over het liturgisch jaar, zeker is dus dat er in ieder geval 365 heiligen zijn, één voor elke dag van het jaar. In werkelijkheid zijn er veel en veel meer heiligen, zodat er elke dag van het liturgisch jaar vaak minstens vier heiligen herdacht worden, de meeste trouwens alleen plaatselijk. Naar schatting zijn er in totaal zo’n 10.000 heiligen, die overigens niet allemaal op de officiële liturgische kalender van de kerk staan. Niet al die 10.000 heiligen zijn natuurlijk even bekend. Heel bekend is bijvoorbeeld de middeleeuwse bedelmonnik Sint Franciscus, naar wie later een kloosterorde is genoemd en die vermaardheid verwierf omdat hij ook voor de vogels predikte, die naar het schijnt opmerkzaam toeluisterden. Een in Nederland heel populaire heilige is Sint Nicolaas, de befaamde kindervriend over wiens leven overigens niet veel bekend is. De meeste heiligen uit de beginperiode, van vóór het jaar 300, zijn martelaren die omwille van het geloof ter dood werden gebracht. De eerste van hen was de heilige Stefanus, die gestenigd werd door een woedende menigte.

De bekendste Nederlandse heiligen zijn de geloofsverkondigers dankzij wie ons land gekerstend werd: de heilige Willibrordus (de eerste bisschop van Utrecht) en de heilige Bonifatius (die bij Dokkum vermoord werd). Heel bekend in de regio waar ik woon is de heilige Adelbert, de patroonheilige van Egmond, wiens feest nog elk jaar herdacht wordt met een bedevaart naar de Adelbertusakker (de plaats waar hij begraven lag en waar later een bron zou ontspringen).

Nederlandse martelaren van later tijden zijn de bekende Martelaren van Gorkum, die in 1572 op beestachtige wijze door geuzenleider Lumey ter dood werden gebracht. Ze werden overigens pas in 1867 heilig verklaard. De laatste heiligverklaring van een Nederlandse was van een vergelijkbare groep martelaren, de zusters Franciscanessen Missionarissen van Maria, die in 1900 in China om het leven kwamen tijdens de Bokseropstand. Eén van hen was de Nederlandse Kaatje Dierkx. In totaal schijnen we toch nog wel een paar honderd Nederlandse heiligen te hebben, de meeste, als gezegd, totaal onbekend. Iedereen kiest in feite de heilige die bij hem past, waarbij een onbekende heilige soms weer aan de vergetelheid ontrukt kan worden. Mijn persoonlijke favoriet is de heilige Christoffel, de beschermheilige tegen de gevaren in het verkeer. Na het overlijden van mijn moeder heb ik haar christoffelmedaillon aan mijn eigen sleutelbos gehangen. Nu ik begonnen ben met autorijles is het misschien geen overbodige luxe. Het voordeel van heiligen is dat ze wat menselijker en benaderbaar zijn dan God zelf. We kunnen ons ermee identificeren en hun voorbeeld navolgen.

 

Hebben we nog kanshebbers?

Paus Johannes Paulus II heeft meer mensen heilig verklaard dan enig paus voor hem. Mede dankzij deze paus, die overigens zelf ook op de nominatie staat heilig te worden verklaard, worden heiligen intensiever en veelvuldiger vereerd dan ooit. Of er binnenkort nog meer mannen of vrouwen van vaderlandse bodem heilig zullen worden verklaard, is de vraag. Er lopen bij het Vaticaan verscheidene rechtszaken. Nog niet zo lang geleden hebben we er in ieder geval twee zaligen bij gekregen: Peerke Donders (1809-1887, zalig in 1982) en Titus Bransma (1881-1942, zalig in 1985). Peerke Donders is vooral in zijn geboorteplaats Tilburg heel populair. Hij werd heel bekend door zijn zelfopofferende werk in een melaatsenkolonie in Suriname (wat dat betreft doet hij wat denken aan de in 1995 zalig verklaarde Belgische Pater Damiaan, die in Hawaii veel goed werk verzette voor lepraleiders en zelf ook uiteindelijk aan lepra zou overlijden). Titus Brandsma was meer het type van de vrome intellectueel. Pater Brandsma, hoogleraar in Nijmegen, was een groot mysticus en een kenner van de middeleeuws-Nederlandse mystiek. Hij werd tijdens de oorlogsjaren in Dachau vermoord.

Hoeveel kans ze hebben valt nog te bezien. Er liggen in het Vaticaan nog enkele duizenden dossiers te wachten op behandeling, waarbij het de politiek is dat niet-Europeanen en leken de voorrang hebben (er zijn namelijk al genoeg Europese religieuzen tot de eer der altaren geroepen).

 

Big business

Doorslaggevend blijft echter de stem des volks. Deze `stem des volks’ maakt echter dat heiligen inmiddels ook big business zijn geworden. We wisten het al van de uitbundige commerciële randverschijnselen in bedevaartsoorden als Lourdes. Maar ook in Limburg kunnen ze er wat van. Op een website van de VVV lees ik dat `de VVV Zuid-Limburg momenteel actief betrokken is bij de promotie en produktontwikkeling rondom de heiligverklaring van de Zalige [inmiddels dus Heilige] Pater Karel’. `Produktontwikkeling’ is een woord dat ik in dit verband nauwelijks uit mijn pen kan krijgen. Maar moeten we er erg moralistisch over doen? Het voorziet blijkbaar in een behoefte. Tijdens mijn bezoek aan Limburg konden wij, ook een beetje commercieel, heel handig gebruik maken van het door ons geboekte pater Karel arrangement. In de kapel in diens voormalig woonhuis heb ik een kaarsje voor u opgestoken…

 

Meer informatie

Peer Boselie, Helende handen, een leven in context. Een geschiedenis van Pater Karel Houben in zijn en onze tijd (Roermond 2007)

Ludo Jongen, Heiligenlevens in Nederland en in Vlaanderen (Amsterdam 1998)