Suikergoed & Surprises. Over Sinterklaas

 

Albert van der Zeijden

Sinterklaas is één van de populairste Nederlandse tradities. Het beeld dat we van deze middeleeuwse heilige hebben, komt voor een deel voort uit negentiende-eeuwse prentenboeken. Van oorsprong is Sinterklaas een katholieke heilige. Maar ten tijde van de Republiek ontwikkelde zijn viering zich tot een huiselijk feest in familiekring.

Hoe komt het dat deze uit Turkije afkomstige beschermheilige van kinderen en zeevarenden zou uitgroeien tot een icoon van de Nederlandse identiteit?

Albert van der Zeijden, Suikergoed & surprises. Over Sinterklaas verscheen als deel 2 van de reeks het Alledaagse leven (Uitgeverij Waanders, Zwolle 2008).

 

 

 

De eerste twee delen van de reeks het Alledaagse leven werden op 1 november 2008 aangeboden aan koningin Beatrix, tijdens de opening van het Jaar van de Tradities in Hilversum. Uiterst links is nog vaag te onderscheiden de auteur van het deel over Sinterklaas.

Foto: Jan Stads

 

De Nederlandse televisiesint. Interview met Albert van der Zeijden

Cor van der Heijden

 

Op 1 november maakte koningin Beatrix de uitslag bekend van een groots opgezette enquête naar de populariteit van tradities en gebruiken in Nederland. Het leverde een weinig verrassende winnaar op: Sinterklaas. Morgen zet deze Spaanse bisschop weer voet op Nederlandse bodem en zal hij tot en met 5 december op ontelbaar veel plaatsen feestelijk onthaald worden. Daarnaast zal hij in menig televisieprogramma zijn opwachting maken.

In het deze week verschenen nummer van het nieuwe tijdschrift Het alledaagse leven poneert Albert van der Zeijden de interessante stelling dat door de televisie het Sinterklaasfeest zich langzaam aan ontwikkelde tot het belangrijkste nationale feest in Nederland. De intocht van Sinterklaas werd al in 1952 live uitgezonden op de Nederlandse televisie. De eerste negen jaar werd de Amsterdamse intocht op tv uitgezonden. Dat de intocht van Sinterklaas ieder jaar opnieuw tot de best bekeken en hoogst gewaardeerde programma’s behoort, hangt, volgens Van der Zeijden, met een paar zaken samen. ‘Op de eerste plaats had Amsterdam zich al in de jaren dertig ontwikkeld tot het vlaggenschip van de Nederlandse Sinterklaasviering. Enkele Amsterdamse notabelen gebruikten de Sinterklaasintocht doelbewust om de stad te promoten en het imago van de hoofdstad te verbeteren. Daartoe werd de bekende Amsterdamse toneelspeler Eduard Verkade ingehuurd om de rol van goedheiligman te spelen. Een tweede punt is dat de aanwezigheid van burgemeester en wethouders de ontvangst van de Sint tot een echte officiële gebeurtenis maken.’ Een saillant detail is, zo ontdekte de aan het Nederlands Centrum voor Volkscultuur verbonden onderzoeker, dat de Zwarte Pieten in de jaren dertig gespeeld werden door een tiental in Nederland verblijvende Surinamers. ‘Dit is’, zegt Van der Zeijden, ‘natuurlijk opmerkelijk als we dit relateren aan de ophef die een jaar of tien geleden in de Surinaamse gemeenschap ontstond over het vermeende discriminatoire karakter van Zwarte Piet.’

De derde en misschien wel belangrijkste reden ter verklaring van de grote populariteit van de televisie-intochten, moet bij de kwaliteit van de televisiesinten en een deel van zijn assistenten zélf gezocht worden. De eerste ‘nationale Televisiesint’ was de Amsterdamse dierenarts Jan Gajentaan (1902-1987). Hij liet tot 1962 vanaf midden november menig kinderhart sneller kloppen. Slechts één jaar moest hij op tv verstek laten gaan. In 1960 werd niet de Amsterdamse intocht uitgezonden, maar stonden de filmcamera’s in Rotterdam opgesteld. Terwijl het in 2008 geen probleem is dat een Amsterdammer burgemeester in Rotterdam wordt, was het bijna een halve eeuw geleden onbespreekbaar dat een Amsterdamse Sint in Rotterdam feestelijk ingehaald zou worden. In dat jaar mocht de Rotterdammer Dick van Bommel, getooid met staf en mijter, zijn debuut als Televisiesinterklaas maken.

Tussen 1965 en 1985 groeide acteur Adrie van Oorschot, de jongere broer van uitgever Geert van Oorschot, dankzij zijn rol als Sint uit tot een Bekende Nederlander. Omdat er in de beginjaren maar een of twee televisienetten waren en nagenoeg iedereen de intocht volgde, nam ook de populariteit van hoofdpiet Piet Römer en presentatrice Mies Bouwman – door de hoofdpiet steevast met ‘Vrouwtje Bouw’ aangeduid – een ongekende vlucht. Van Oorschot, zo is de overtuiging van Albert van der Zeijden, heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de metamorfose van Sinterklaas van boeman en kinderschrik tot de goedmoedige en milde Sint die wij nu kennen. Van Oorschot vatte zelf het Sinterklaasfeest-nieuwe-stijl kernachtig samen: ‘Een mooi sprookje kan nooit een leugen zijn’.

Hoewel Van Oorschot na ruim twintig jaar nog niet op zijn rol was uitgekeken, stapte in 1986 in Zutphen en geheel andere Sint van Pakjesboot 12. Van der Zeijden heeft niet precies kunnen achterhalen waarom er in 1986 een wisseling van de wacht plaatsvond. ‘Ik denk dat het vooral te maken heeft met de slechte chemie tussen Van Oorschot en Aart Staartjes, die enkele jaren daarvoor begonnen was als presentator en in die rol een zwaar stempel op de televisieregistratie drukte.’

Bram van der Vlugt zorgde er vanaf 1986 voor dat de Sint steeds meer menselijke trekjes ging vertonen. Terwijl in de beginjaren Sinterklaas na zijn aankomst in Nederland maar mondjesmaat op tv te zien was, is hij momenteel nauwelijks meer van het scherm weg te slaan. ‘Ik durf de stelling te verdedigen’, zo filosofeert Van der Zeijden, ‘dat mede dankzij het veelgeprezen Sinterklaasjournaal de Sint de dreigende machtsgreep van de Kerstman heeft weten te pareren. Hoe dan ook: Sinterklaas wordt nu als onvervreemdbaar Nederlands cultureel erfgoed gezien. En daar zag het toen Bram van der Vlugt in 1986 de kromstaf overnam niet naar uit. Met dank aan de tv.’

 

Albert van der Zeijden, Suikergoed & surprises. Over Sinterklaas. Deel 2 van Het alledaagse leven. Tradities & trends in Nederland.

 

 

Interview naar aanleiding van de verschijning van Suikergoed & Surprises