De Graafschapse folklore als schouwtoneel

in: Tijdschrift voor Geschiedenis 120 (2007)


Onder volkskundigen heeft `folklore’ lange tijd een negatieve klank gehad. Zij beschouwden het als een vorm van nagespeelde volkscultuur van vroeger, als namaak volkscultuur. Maar folklore is ook een cultuurverschijnsel, dat op zichzelf interessant is om te besturen. Folklore is een vorm van omgang met het verleden en daarmee een onderdeel van de historische cultuur. In Duits volkskundig onderzoek sinds Hans Moser ligt het accent op de politieke en sociaal-economische belangen achter folklore. In Nederland zijn het historici als Ad de Jong, Gerard Rooijakkers en Maria Grever die wezen op de symbolische betekenis van folklore, als leverancier van symbolen voor regionale en nationale identiteit.

Ook in dit artikel van Albert van der Zeijden staat het politieke gebruik van folklore centraal. Het gaat over een omvangrijke folkloristische optocht in Borculo, die gehouden werd in 1928. De optocht was meer dan twee kilometer lang en werd door vele duizenden mensen uit heel Nederland bezocht terwijl er ook in de media (nationaal en regionaal) heel wat aandacht voor was. Folklore wordt beschreven als een visuele representatie van het verleden waarbij de volkscultuur wordt vervangen door een beeld, dat op symbolische wijze refereert aan de eigen culturele identiteit. In de folkloreschouw werden de culturele wortels van de Graafschap gevierd, het was een manier van framing collective identity. Het fundament van de Graafschapse culturele identiteit werd gezocht in het traditionele boerenkarakter uit de periode van vóór de modernisering. Het was een trend die overal in West-Europa is aan te wijzen. Tijdens de wereldtentoonstelling in Parijs, in 1937, gebruikte de Franse regering bijvoorbeeld de folklore voor een visuele presentatie van de Franse cultuur als een mozaïek van regionale plattelandsculturen. De folklore gebruikte regionale beelden maar fungeerde tegelijk ook als een `nationale’ wetenschap. In Borculo werd niet alleen de regionale identiteit gevierd maar werd ook een huldedronk gebracht aan de koningin, dat andere machtige symbool van nationale identiteit.